Rekenen Basis groep 4
Rekenen groep 4 - basis
In groep drie hebben kinderen al een aantal rekenvaardigheden geleerd en kunnen ze goed overweg met de getallen tot en met twintig. In groep vier worden de getallen groter en komen er nieuwe rekenmethodes bij. Om de kennis van de kinderen te testen, maken ze twee Cito-toetsen rekenen gedurende het schooljaar.
Hierin worden alle vaardigheden die ze in de klas leren getest. Wanneer uw kind rekenen lastig vindt of u uw kind extra vertrouwen in zijn of haar vaardigheden wilt geven, kan het goed zijn om thuis te oefenen.
Wat leren kinderen in groep 4
In groep vier leren kinderen alle getallen tot en met honderd kennen. Ze kunnen dus van één tot honderd tellen, maar ze kunnen ook vanaf een willekeurige plek verder tellen. Dit doen ze niet alleen in stapjes van één, maar ook in stappen van twee of vijf.
Naast optellen en aftrekken, leren kinderen ook delen en leren ze de tafels tot en met tien. Sommen worden vaak gepresenteerd in de vorm van een verhaaltje, waarbij kinderen de informatie omzetten naar een som. Vooral dit onderdeel is voor veel kinderen lastig.
De eerste Cito-toets rekenen
De eerste Cito-toets rekenen voor kinderen in groep vier kent allerlei verschillende onderdelen. Voorbeelden zijn het splitsen van getallen, getallen samenstellen, de volgorde van de getallen, vermenigvuldigen, klokkijken en meten. Bij deze opdrachten gaat het om getallen tot en met honderd.
Omdat veel vragen in de vorm van een verhaaltje gepresenteerd worden, is het belangrijk dat de kinderen de verhaaltjes begrijpen en weten hoe ze deze informatie kunnen omzetten naar een som.
De tweede Cito-toets rekenen
Veel onderdelen van de eerste Cito-toets komen terug op de toets in het tweede halfjaar van groep vier. De sommen zijn iets lastiger dan in de eerste Cito-toets, maar ook in de tweede toets zijn onderdelen zoals hoofdrekenen en vermenigvuldigen belangrijk.
Kinderen maken verhalende sommen over geld, de kalender en ruimtelijk inzicht. Wederom is het erg belangrijk dat kinderen verhalende sommen goed begrijpen, omdat een groot deel van de Cito-toets hieruit bestaat.