Lijdende vorm

Wat is de lijdende vorm?

De lijdende vorm is een vorm van vervoeging die gebruikt wordt in de Nederlandse taal. Het is een vorm van vervoeging waarbij het onderwerp van de zin de handeling verricht, maar het lijkt alsof deze handeling aan het onderwerp gebeurt. Oftewel: de persoon of dingen die de handeling uitvoert wordt door de zin ‘lijdend’ gemaakt. In dit artikel bespreken we de grammaticaregels en toepassingen voor de lijdende vorm.

Een overzicht van de lijdende vorm

De lijdende vorm wordt ook wel ‘zwakke werkwoordsvorm’ of ‘imperfektlijd’ genoemd. In stukjes taal waarin de lijdende vorm wordt gebruikt, worden een onderwerp, een lijdend werkwoord en een naamwoord of bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

De meest voorkomende vormen van de lijdende vorm zijn:

Verleden deelwoord

In deze vorm wordt het verleden deelwoord van het werkwoord gebruikt. Dit is niet alleen de gebruikelijke vorm, maar ook de enige vorm die gebruikt moet worden als er sprake is van een lijdend werkwoord.

Hulpwerkwoorden

De meest voorkomende hulpwerkwoorden zijn ‘zijn’ en ‘worden’.

Naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden

De meest voorkomende naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden die gebruikt worden in de lijdende vorm zijn ‘door’ en ‘van’.

Grammaticaregels voor de lijdende vorm

Er zijn enkele grammaticaregels die je moet weten om goed gebruik te maken van de lijdende vorm:

Hulpwerkwoorden

Elke lijdende zin dient een hulpwerkwoord te hebben, zoals ‘zijn’ of ‘worden’.

Naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden

Een lijdende zin kan één van de navolgende naamwoorden of bijvoeglijk naamwoorden bevatten: ‘door’, ‘van’, ‘met’ of ‘voor’.

Verleden deelwoord

De verleden deelwoordvorm is verplicht in de lijdende vorm.

Toepassingen van de lijdende vorm

Er zijn verschillende situaties in de Nederlandse taal waarin de lijdende vorm gebruikt wordt.

Passieve zin

De lijdende vorm wordt het meest gebruikt als passieve vorm van het werkwoord. In deze situaties worden de zinnen geschreven in de lijdende vorm omdat het onderwerp van de zin het lijkt te ondergaan wat de verrichting is. Voorbeelden hiervan zijn:

Het papier werd door de leraar gelezen.

De kat is door de jongen gered.

De resultaten werden door de professor verwerkt.

Voorzetsels

De lijdende vorm kan ook gebruikt worden als gevolg van bepaalde voorzetsels. Dit betekent dat het onderwerp van de zin beïnvloed wordt door of gerelateerd is aan wetten, regels, verwachtingen of autoriteit. Dit wordt meestal aangegeven met de voorzetsels ‘door’, ‘aan’, ‘van’ of ‘met’. Voorbeelden hiervan zijn:

Het kind werd aangepast aan de nieuwe situatie.

Het verhaal werd geïnspireerd door de film.

Het script werd gemeten met precisie.

Voorbeelden van de lijdende vorm

Hieronder volgen enkele voorbeeldzinnen van de lijdende vorm:

Het deeg wordt gekneed door de chef-kok.

De presentatie werd gegeven door de CEO.

De vragen werden beantwoord door de klant.

De lantaarn werd uitgehangen door de stadswachter.

Het verschil tussen de lijdende vorm en de actieve vorm

Het belangrijkste verschil tussen de lijdende vorm en de actieve vorm is dat de lijdende vorm het onderwerp lijkt te verzwakken, terwijl de actieve vorm het onderwerp versterkt. De actieve vorm gaat uit van het feit dat het onderwerp een actie of handeling onderneemt, terwijl de lijdende vorm het onderwerp accentueert dat hij/zij of het onderwerp iets ondergaat.

Een voorbeeld van de actieve vorm

Hier is een voorbeeld van een actieve vorm:

De chef-kok kneedde het deeg.

Een voorbeeld van de lijdende vorm

Hier is een voorbeeld van een lijdende vorm:

Het deeg werd gekneed door de chef-kok.

FAQs

Hier zijn 5 veelgestelde vragen over de lijdende vorm:

Q: Wanneer wordt de lijdende vorm gebruikt?

A: De lijdende vorm wordt meestal gebruikt als passieve vorm van werkwoorden, of als gevolg van bepaalde voorzetsels.

Q: Wat zijn enkele voorbeelden van de lijdende vorm?

A: Enkele voorbeelden van de lijdende vorm zijn ‘het papier werd door de leraar gelezen’, ‘de kat is door de jongen gered’ en ‘het script werd gemeten met precisie’.

Q: Welke onderdelen heeft een lijdende zin?

A: Een lijdende zin heeft altijd een onderwerp, een lijdend werkwoord en een naamwoord of bijvoeglijk naamwoord.

Q: Welk hulpwerkwoord wordt gebruikt in de lijdende vorm?

A: Het meest gebruikte hulpwerkwoord in de lijdende vorm is ‘zijn’ of ‘worden’.

Q: Wat is het verschil tussen de actieve en lijdende vorm?

A: Het belangrijkste verschil tussen de lijdende vorm en de actieve vorm is dat de lijdende vorm het onderwerp lijkt te verzwakken, terwijl de actieve vorm het onderwerp versterkt.

Conclusie

De lijdende vorm is een vervoeging die gebruikt wordt in de Nederlandse taal om de zin zo te schrijven dat het lijkt of het onderwerp de handeling ondergaat, in plaats van deze uit te voeren. Het is een andere vorm van het werkwoord dat meestal gebruikt wordt als passieve vorm of als gevolg van bepaalde voorzetsels. Het is belangrijk om te weten welke onderdelen een lijdende zin heeft en wat het verschil is tussen de lijdende vorm en de actieve vorm. Als je de regels en toepassingen van de lijdende vorm begrijpt, zul je in staat zijn deze effectief te gebruiken in je communicatie.